Caféhouder Leon Meijers uit Hindeloopen: “Mag niet. Kan niet!!”

Algemeen
Foto: Jelly Mellema
Foto: Jelly Mellema

HINDELOOPEN -  jaar is Leon Meijers nu al weer caféhouder in Hindeloopen. Hij is dus bij uitstek iemand die kan vertellen wat een jaartje corona doet met mensen die een zelfde situatie hebben als hij heeft: een niet al te groot, maar wel uiterst gezellig café, dat door wetenschappers, virologen, burgemeesters en politici als ergste schuldigen voor de verspreiding van het virus is aangemerkt. 

Leon steekt zijn wanhoop niet onder stoelen of banken. “Want je mag niks en je kan niks.” De frustratie druipt er af.

Leon had zich dit allemaal niet kunnen indenken toen hij in 2012 in Hindeloopen begon. Hij woonde en werkte daarvoor zestien jaar in Spanje, in Salou, vlak onder Barcelona. Daar had hij een café. “Daar vond ik een drankje uit, dat bracht ik op de markt. Een succes. Dat ging zo goed dat ik het café verkocht. Kon ik ’s avonds mooi thuis zijn. Na een maand had ik al heimwee naar een café. Zo mooi om met klanten om te gaan. Dus ik begon weer een café.”

Zijn toenmalige vriendin overleed echter. Plotseling, midden in haar slaap. Leon werd er zwaar ziek van. “Mijn haar viel zelfs uit vanwege de stress. Dokter gaf me een maandje rust en na zestien jaar kwam ik terug naar huis.” Z’n tongval had al aangegeven dat dat huis in Limburg stond. Eenmaal terug in Spanje kreeg hij voor de tweede keer heimwee, nu naar Nederland. Leon verkocht de boel in Spanje en zocht iets in Nederland. “Dit stond te koop, ik kon gelijk beginnen. En ik was nog nooit in Friesland geweest.”

Hindeloopen

Hij vond het er prachtig. Bovendien gaf de oude eigenaar van De Boekanier hem een jaar om te kijken of het wat voor hem was. Dat was het. In 2012 begon Meijers voor zichzelf. Nou ja, eigenlijk voor de klantenkring waarmee hij intussen een band had opgebouwd. Met al die horeca die er in Hindeloopen al is? ”Kijk, die anderen, dat zijn allemaal restaurants. Die zijn een uur of tien dicht, maar dan willen veel mensen toch noch wel even wat drinken. Die komen hier. Eerst was er hier ook een dorpscafé, waar veel Hindeloopers kwamen, maar die doen nu ook meer met maaltijden. Nu komen ze bij mij.”

Meijers bouwde een café op rond zijn gezellige bar. Het was er wat steriel toen Meijers kwam, nu hangt het er smoorvol foto’s van bijeenkomsten en feesten in en rond De Boekanier. Er staat een muziekcomputer afgestemd op gevarieerd publiek, soms oud, soms jongeren, soms door elkaar heen en zit er iemand aan de bar van 80 naast iemand van 18. Voor die laatste hangen er laser- en  discolampen. Is er soms live muziek.

Hindeloopen is constant onder druk van het toerisme. Daar komen de feesten nog bij. Meijers zelf organiseerde een glazen huis-zondag. Doet ook de zomerfeesten. En doet mee in de nieuwjaarsduik. Dat zijn dagen dat er veel extra publiek in Hindeloopen komt. Handel dus. “En de mooiste dag is altijd het skûtsjesilen. Dan verzorg ik het bier in heel Hindeloopen en is de weg hiervoor het terras. We hebben het geld wel eens in grote afvalzaken weggebracht. Die skûtsjesilers drinken aan één stuk door.” Meijers spreekt er met ontzag over.  

Voetbalcafé

De Boekanier is ook een voetbalcafé, dan zit het boven en onder tjokvol. Dan moet hij soms de tap even aan iemand anders overdoen, wat hij nooit doet. Maar als Liverpool speelt, dan valt alles weg. Hij had een geweldige zomer moeten hebben met het eerste landskampioenschap van Liverpool in 33 jaar, maar vanwege de corona kon hij het niet vieren.

Tsja, corona. Op zondag 15 maart zei premier Rutte dat alles dicht moest. De Boekanier ook. Verslagen ging Meijers naar huis en vergat het geld uit zijn gokkast te halen. Te laat, de volgende dag bleek in zijn café te zijn ingebroken; dat geld was dus óók weg. De tweede teleurstelling kwam op 2 april. Leon werd die dag 50 jaar. Dat ging ook wel door, maar het grandioze feest wat hij zichzelf beloofd en ook al georganiseerd had voor 300 mensen, ging de mottenkast in. Het enige wat hij in die periode nog kon doen, was het lakken van de vloer. En nadenken hoe hij de zomer door moest komen.

In ieder geval je aan de restricties houden. ’s Nachts niet meer open tot twee uur, maar twaalf uur dicht. “Anders staan ze toch op de bar te dansen.” Hij zette de muziekcomputer uit. “Ooh, mooi nummer, mag het wat luider, riepen ze. Maar dan gingen ze dicht bij elkaar zitten om elkaar nog te kunnen verstaan. Ik heb nu alleen de radio aan.”

Stok

Uit de kast haalt hij een stok van anderhalve meter. “Ik was politieman, deed de hele dag niets anders dan iedereen uit elkaar houden. Zorgen dat er niet meer dan dertig mensen waren.” Of dan kwam er een ploeg van tien man binnen, maar iedereen moest zitten en Meijers had niet meer stoelen. Dus agressie. “Er was zelfs iemand die begon te slaan. Ze stonden in rijen voor de deur. Iedereen wilde ook reserveren, maar dat kon niet. Het was hartstikke druk en ik moest iemand inhuren, want ik liep met die stok om.”  

Meijers had in de eerste lockdown ook creatief nagedacht. Hoe kun je er toch nog wat van maken? De Boekanier had nooit hapjes. “Dan ben ik daar de hele tijd mee bezig en ik vind de tap veel te leuk.” Toch staat er nu een baktoestel met afzuiging om bitterballen en frikandellen klaar te maken. “Dat gaat nooit meer weg, er gingen twee dozen per dag door.”

Haventerras

“Ik begon anders pas om een uur of twee ’s middags, nu al in de morgen. Allemaal koffie en appelgebak.” Dat kwam door zijn alternatieve terrasuitbreiding. Meijers liet mensen op het muurtje aan de haven zitten. Tafeltjes er voor en kussentjes met ducttape op het muurtje. Prachtig uitzicht. “Maar iedereen scheurde natuurlijk die kussens los. Ik heb ze er elke dag weer opgeplakt.” De tafeltjes waren ook niet simpel. Achtereenvolgens moesten de havencommissie, het gemeentebestuur en Wetterskip Fryslân hun toestemming geven, maar het kon uiteindelijk wél los. De bankjes staan er nog.

Toch staat Meijers al weer vele malen op de stoep van het gemeentehuis. Hij wil aan de slag. Heeft zorgen. Bijvoorbeeld over de financiën. Er zijn momenteel geen inkomsten. In maart/april was er steun van de overheid. Meijers had toen ook steun van huurbazen en andere ondernemers gehad, maar dat loopt nu wat terug omdat die ook hun zorgen hebben. “Ik wil geen oliebollen bakken, want dat doet de voetbalclub wel. En pakketten bier-to-go mag hij niet verkopen. “Dan moeten we maar ‘verkeerde’ kersttruien verkopen, zoals ze in een café in Breda doen. Maar de vraag aan de gemeente om dat te doen (“Want ik wil niets illegaals doen”) ligt daar al weken op de mat en zit nu in het tasje van de burgemeester. Leon Meijers zit ongeduldig op zijn cafékruk te rijden.  

Ambitie

Een ongeduldige Limburger in Hindeloopen. Boordevol ambitie om leuke dingen te organiseren. En, maar dat is de bijzaak, daar ook wat aan te verdienen. “Weet je, ik kan niet stilzitten. Ja, we hebben een jong hondje, maar om daar al je tijd aan te besteden. Ik wil wat doen. En niet de hele winter maar wat op een houtje bijten.”  

Het toeristenseizoen begint in Hindeloopen altijd half maart, de Duitse vakanties. En al was de zomer uiteindelijk best goed, die eerste maanden van 2020 liep hij mis. Die kan hij niet wéér mislopen. “Als we pas mei of juni open kunnen, moet ik wat anders zoeken.”

Leon Meijers rekent niet eens op de Kerst, dat is voor de restaurants. Hij hoopt wel op een vaccin. Dat moet gauw komen en goed werken. Zijn handen bewegen voor de zoveelste keer, die moeten wat doen. “Nog een kopje koffie?” Ja, dat mag hier nu eigenlijk niet, maar we vertellen het niemand.