Rust voor vogels in winterseizoen

Algemeen
Afbeelding

SNEEK- Gele boeien markeren van 1 oktober tot 1 april de vogelrustgebieden. Watersporters en sportvissers wordt gevraagd tijdens deze periode de gebieden niet in te varen. Overwinterende watervogels rusten hier en bouwen reserves op voor ze weer doorvliegen. De vogelrustgebieden liggen in de Snitser Mar, de Wite en Swarte Brekken, de Aldegeasterbrekken, de Fluezen en de Alde Feanen.

De vogelrustgebieden liggen langs de ondiepe randen van meren en nooit in de vaargeulen. Watersporters en sportvissers kunnen dus gebruik blijven maken van de vaargeulen. Gele boeien met blauwe stickers met een slobeend en de tekst ‘Vogelrustgebied’ markeren de rustzones.

Watersporters zijn niet alleen in de zomer op het water te vinden, maar ook in de herfst en winter. Bijvoorbeeld met roeiboten, motorboten, kano’s of zeilboten. Ook vissers zijn dan vaak actief. Soms kan één voertuig of persoon al vanaf enkele honderden meters voor voldoende verstoring zorgen om de vogels te laten opvliegen. Vooral bij grote groepen vogels kan dit voor veel onrust zorgen.

Reserves opbouwen

Watervogels zoals de smient, slobeend, nonnetje of wintertaling, overwinteren graag in Fryslân. Ze hebben tijd en rust nodig om voldoende te eten en aan te sterken. Al deze reserves gebruiken ze om later weer naar de zomerverblijven te vliegen om te nestelen. Elke keer dat ze onnodig opvliegen, verliezen ze wat van hun energievoorraad. Bij te veel verstoring kunnen vogels een gebied uiteindelijk gaan mijden.

Meer informatie over de vogelrustgebieden is te vinden op www.fryslan.frl/vogelrustgebied.