Fokker van het Jaar Sietze Henk Haytema

grootbolsward-ijsselmeerkust
Afbeelding

Sietze Henk Haytema (46) uit Koudum heeft 120 (!) hectare land en 120 koeien die hij twee keer per dag melkt, zonder melkrobot. Daarnaast is hij nogal druk met het fokken van koeien en stieren. En bepaald niet onverdienstelijk, want hij is zwartbontfokker van het Jaar 2022. Nieuw is dat niet voor hem, want vier jaar geleden won hij dezelfde titel ook al, maar dan voor roodbonte koeien en stieren. Haytema heeft geen personeel, hij ‘bestiert’ de pleats in zijn uppie. Naast het boer zijn vindt de Koudumer ook nog tijd voor zijn hobby: voetbal. Hij zit zelfs in het bestuur van ‘zijn cluppie’, Oeverzwaluwen en… hij voetbalt zelf nog elke zaterdag. Dan neemt iemand anders het melken over want dan heeft Haytema het te druk met de ‘derde helft.’

Zijn opa was boer, zijn vader ook. Het was de bedoeling dat hij rond zijn dertigste de boel over zou nemen. Het lot besliste anders, want toen Sietze Henk 23 jaar oud was, overleed zijn vader. Anno 2023 is het is de bedoeling dat in de toekomst zijn nu veertienjarige zoon de boerderij overneemt. “Maar dan moet hij het wel écht willen”, zegt Haytema beslist. “Met alle liefde mag hij voor iets anders kiezen.”

Twintigduizend stappen per dag

Sietze Henk Haytema is geen ‘stilzitter’ en beslist ook niet het typische voorbeeld van een introverte boer die voor het vak heeft gekozen omdat dieren niet terug praten. Hij zit vol van zijn vak, doet het met liefde – “passie”, noemt hij dat zelfs en praat er graag over. Vooral over het fokken met de dieren en de jaarlijkse ‘Kokedei’ in Workum. Hij is graag buiten; lopen over zijn land. Ter verduidelijking: 120 hectare is 1,2 vierkante kilometer. Om dat te inspecteren loop je nogal wat. Minstens twintigduizend stappen per dag doet hij.

Hoornloze koeien en stieren

Eigenlijk al vanaf zijn twaalfde is Haytema bezig met het fokken van koeien en stieren. “Dan heb je een koe en daar zoek je een passende stier bij, met als doel een mooie show-koe of een goede melkkoe. Ik fok het liefst een mooie koe die veel melk geeft. Eentje die me ook financieel wat brengt met dikke liters.” Daarmee bedoelt hij hoog in het vet en eiwit. “En het liefst eentje waarmee ik ook nog naar een show kan. Dat is mijn fokdoel.”

De laatste tien jaar is hij bezig met het fokken van genetisch hoornloze koeien en stieren. Een koe met hoorns zie je tegenwoordig bijna niet meer. De hoorns worden er afgebrand als de koe nog een kalfje is, tussen de vier en twaalf weken oud. “Ik heb een hoornloze stier gebruikt, daar kreeg ik een hoornloze koe van en daarmee ben ik gaan fokken. Uit die nazaten kwamen stieren die in Nederland veel worden gebruikt. De kalveren zijn allemaal hoornloos. Dat is mijn fokkracht en daarmee ben ik eigenlijk Fokker van het Jaar geworden.”

Het afbranden van de hoorns van een kalf is vergelijkbaar met het couperen van de staart of oren van een hond. Bij een hoornloze koe of stier is deze ingreep niet meer nodig. Simpel.

 Er zit nóg een gedachte achter, want de kans is er groot dat de overheid straks beslist dat het afbranden van hoorns niet meer mag. Inderdaad, net als dat bij de staart van honden enkele jaren geleden is beslist.

Embryo’s terugplaatsen

Fokker van het Jaar is het hoogst haalbare in ons land, een bekroning. En eer; er is geen geldprijs. Het voordeel van het winnen zit hem het vergroten van de naamsbekendheid, waardoor - zoals Haytsma dat zelf zegt - “de handel wat gemakkelijker loopt.”

De Koninklijke Coöperatie Rundveeverbetering Delta is een Nederlandse coöperatie op het gebied van rundveeverbetering. Haytema: “CR Delta weet precies wat wij hier hebben lopen. Genetisch wordt elk kalf onderzocht. We sturen een haarmonster naar een laboratorium en dan wordt al uitgezocht welke koe de beste DNA heeft. En zo hebben ze hier al een paar keer een erg duur kalf gekocht. Van een geselecteerd kalf worden elke twee weken eicellen van de eierstokken afgeprikt. En elke keer komt er van een andere stier sperma bij en dat wordt teruggeplaatst. Niet bij dezelfde koe, maar bij verschillende. Normaal krijgt een koe eens per jaar een kalf. Door het prikken kun je elke twee weken wel vijf embryo’s terugplaatsen. Doordat het verschillende koeien zijn kan dat tien tot honderd kalveren per jaar opleveren.”  

Winstgevend

“Dat is het mooie van mijn manier van boeren. Aan de melkopbrengsten kun je niets veranderen. De melkprijs is nu torenhoog, maar er zijn ook andere tijden geweest. Het enige wat je dan kunt doen is sleutelen aan de kosten. Mijn avontuur is het fokken. Dan trek je er een haar uit, stuurt dat op en vaak is het ‘het nét niet’. Maar soms ook wél. Dan begint het avontuur. Zo heb ik het met stieren ook. Soms denk ik: ‘Dit is er eentje voor de Duitse markt’. Dan schakel ik een bemiddelaar in. Daar testen ze op een andere basis. Afgelopen drie jaar heb ik daar drie keer op rij de nummer één stier gehad: de Solitair P.” Internet leert dat een rietje sperma van deze stier 27 euro kost. In de wetenschap dat er soms 25.000 rietjes verkocht worden, is dit op zijn zachtst gezegd nogal lucratief. Voor de duidelijkheid: lucratief voor het KI-station dat de stier van Haytema heeft gekocht.

Op meerdere paarden wedden

Naast traditioneel boeren met zijn melkkoeien en het fokken van koeien en stieren, wedt Haytema op nog meer paarden. Of beter gezegd, op weidevogels. Van zijn 120 hectare is zestig hectare natuurland. Haytema: “Al vijf jaar zitten er op dat land tweehonderd nesten van weidevogels. Geteld. In april/mei is het hier prachtig. Wat water op het land, de bloemen die beginnen te bloeien, dat is genieten. Je mag het minder bemesten, het moet gedeeltelijk onder water staan en het maaien mag pas ná 1 juli. Het levert dus ook minder op. Maar omdat ik zoveel land heb, is dat niet erg. We krijgen er van de overheid een vergoeding voor. Het werkplezier, daar gaat het om. Dan gaan we in het voorjaar met het gezin het land in. Wat je dan ziet, dat is genieten. Onbetaalbaar. Ik denk trouwens dat als ze de vergoeding iets omhoog zouden doen, er meer boeren zijn die bereid zijn om meer voor de weidevogels te doen.

Vroeger was het allemaal greppelland. In de jaren tachtig hebben de weidevogels zo’n opdonder gehad, toen is al het land vlak geschoven. Je kon vol gas met de trekker van de ene naar de andere kant. Ik heb vorig jaar nieuw land gekocht en dat weer in de oude staat terug gebracht. Beetje rond en greppels er in. Van 15 februari tot 1 juli ligt er veel water in de greppels, dan is het een walhalla voor weidevogels. Machtig om te zien.”

Onzekere toekomst

De toekomst is niet erg zeker, weet ook Haytema. Wat wordt er straks met betrekking tot de stikstof besloten?  Haytema: “Ik denk dat ik een voorbeeldboer ben. En met één koe per hectare boer ik extensief. Er moeten hier misschien ook wel boeren vertrekken. Maar we weten het niet. Ik heb hier een prima plekje, tegen een natuurgebied aan; misschien zeggen ze ook wel dat er juist daarom geen melkveehouderij mag zijn. Het is een onzeker tijd. Ik ben er wel eens erg boos om geweest, maar ik sluit me er nu van af. Als ik moet halveren is dat niet zo erg. Dan nemen we er wat stalling bij of zo.

Ik heb drie kinderen; de jongste is een jongen van veertien jaar; zit op de ‘boerenschool’. Die gun ik nog een toekomst. De keus moet niet nú worden gemaakt, dat hij hier nooit mag melken. Dat vreet wel aan me.”

‘Kokedei’ als hoogtepunt

Hoogtepunt voor Haytema is ‘Kokedei’, de jaarlijkse veekeuring. Dan loopt het gezin Haytema en aanverwanten uit om zich in Workum van hun beste kant te laten zien en het op te nemen tegen vijftien tot twintig andere boeren. Om aan de weet te komen wat ‘Kokedei’ nu precies inhoudt, neemt Haytema zijn toehoorder mee naar de kantine. Het duizelt al snel want die hangt vol met vaantjes en oorkondes. Zes keer leverde hij de algemeen kampioen en hij won vier keer de zogenaamde ‘bedrijfscollectie’. Ook waren er prijzen voor kalveren tijdens deze veekeuringen.

“Het is een uitje voor de familie”, verklaart Haytema. “Vier weken lang zijn we aan het oefenen; ze aan het wassen en scheren. De nacht ervoor gaan we eigenlijk niet naar bed. Dan wassen we ze nog voor de laatste keer en gaan we vier uur ’s nachts met een man of vijftien naar Workum. Na afloop is het altijd feest. Mijn vrouw maakt dan een enorme pan eten; iedereen blijft hangen voor een drankje en we doen gezamenlijk het licht uit”, lacht hij.

Beestenman

Het melken neemt twee keer twee uur in beslag. ’s Ochtends van half zeven tot half negen en ’s avonds van zes tot acht. Deze klus klaart hij telkens in zijn eentje. “Het melken is mijn hobby. Ik heb wel eens aan melkrobots gedacht, hoor. Maar ik vind de binding met de koeien gewoon mooi. Ik ben een ‘beestenman’ Het is met koeien net als met mensen: als je ze liefde geeft, krijg je liefde terug. Tijdens het melken krijg ik weleens een schop. Dan moet je niet terug schoppen, want dat onthoudt die koe en dan krijg je een week later zo weer een schop. Het is niet zo, dat ze in de stal allemaal bij me komen staan, maar als je normaal doet, zijn ze ook relaxed naar jou toe. Er zitten koeien tussen die eigenlijk te mak zijn, speels. Daar moet je rekening mee houden. Zevenhonderd kilo tegen zeventig kilo, dat win je niet. Je moet altijd alert zijn. Het blijven beesten.

Als we met het gezin op wintersport gaan, neemt iemand voor me waar. En op zaterdag, als er voetbal is. Ik zit in het bestuur, maar voetbal ook nog, bij de oude mannen. Dan kan ik daarna mooi even naar de kantine.”