Het meisje, de depressie en de heling
In de zomer van 2018 raakte ik, Amanda de Vries, journaliste (53), in een zeer zware depressie. Er volgde een hels half jaar waarin ik diverse keren werd opgenomen, een poging tot suïcide deed en uiteindelijk in een psychose raakte. Omdat medicatie niet hielp waren elektroshocks (ECT, Electro Convulsie Therapie) het laatste redmiddel. De behandeling sloeg aan en ik herstelde volledig. Om de onderwerpen ‘depressie’ en ‘ECT’ uit de taboesfeer te halen vertel ik openhartig mijn persoonlijke relaas.
“Het gaat niet goed met mij, breng me alsjeblieft naar een dokter”, smeek ik mijn vriend Siebe op een vrijdagavond in juli 2018. Omdat het weekend is spoeden we ons naar de dokterswacht in het ziekenhuis. Daar aangekomen doe ik mijn verhaal, ik heb dan al bijna een maand niet of nauwelijks geslapen en ben ten einde raad. Ik kan amper nog lopen en de arts wil weten hoe het zover heeft kunnen komen. “Ik voel me al een hele tijd niet mezelf”, zeg ik. “Ik heb last van zware overgangsklachten. De hormonen gieren door mijn lijf, hierdoor slaap ik slecht, heb ik een kort lontje en ben ik somber. Mijn journalistieke werk is afgenomen, daardoor zit ik meer thuis en heb ik minder sociale contacten. Ik zou daarom dolgraag weer van het dorp naar de stad terugverhuizen, dat is een grote wens van mij. En last but not least: Siebe heeft begin dit jaar een fikse burn-out gehad, die hakte er bij mij ook in. Een spirituele groepsreis naar Zuid-Engeland eerder deze maand was de spreekwoordelijke druppel. Veel indrukken daar opgedaan. Hartje zomer en zeer warm overdag, maar ook ’s nachts want er was geen airco in mijn B&B. Doorwaakte nachten en overvolle dagen waarop ik alle informatie absorbeerde als een spons. En dat was slopend voor mij als hoogsensitief mens. Ik dacht dat eenmaal thuis ik wel zou acclimatiseren en ik na een week bijslapen er wel weer zou zijn. Dat is niet het geval. Help me, ik móet slapen!” Ik krijg een paardenmiddel voor de nacht en daarmee moet het leed binnen een dag of zes geleden zijn.
Over de rooie
Het leed is niet geleden. Sterker nog: het wordt alleen maar erger. Ik lig nachtenlang wakker, spook rond in huis en weet niet waar ik het zoeken moet. In bed, uit bed, op de bank, naar de logeerkamer. Mijn hoofd staat continue ‘aan’ en ik kan de rust maar niet vinden. Dit leidt er uiteindelijk toe dat ik volkomen over de rooie bij mijn huisarts op de onderzoekstafel beland. Hij neemt alle tijd, is lief en behulpzaam en vraagt Siebe hoelang dit al aan de gang is. Ondertussen probeert hij mij rustig te krijgen. Ik zak tijdens het uitgebreide consult af en toe weg. Als ik al iets zeg ben ik nauwelijks te verstaan, mijn stem is bijna verdwenen. Zachtjes vraag ik mijn huisarts om me op te laten nemen. Dit lukt, hij vraagt een spoedopname voor mij aan in een psychiatrische kliniek.
Dagtherapie
Daar aangekomen lijkt het weer wat beter te gaan na een paar dagen. Ik heb andere medicatie gekregen en slaap ’s nachts zelfs weer een paar uurtjes. Na een verblijf van een paar weken in de kliniek ben ik weer wat aangesterkt en mag ik naar huis. Ik zal de komende tijd nog wel twee keer per week voor dagtherapie naar de kliniek teruggaan. Dit ritme houd ik slechts een week vol, het slapen is nog steeds zeer problematisch en de kracht die ik in de kliniek heb opgedaan verdampt in sneltreinvaart. Dus word ik voor de tweede keer opgenomen. Ik onderga de dagen gelaten. Wandel met mijn medepatiënten en probeer tijdens de creatieve therapie mij schrijvend te uiten. Het lukt niet. En dat gevoel maakt me zo machteloos. Niet kunnen schrijven, dat is me nog nooit gebeurd. Schrijven is wie ik ben. Daar leg ik mijn ziel en zaligheid in. Als ik dat zelfs al niet meer kan, wat doe ik dan nog op deze wereld?
Handvol medicijnen
Die vraag stel ik mijzelf twee weken later weer. Ik ben inmiddels weer thuis en volledig het spoor bijster. Mijn depressie hangt als een zware deken over de dagen. Over de nachten heb ik het maar niet meer, die zijn mijn grootste vijand al maanden en maanden. Ik heb tegenstrijdige gevoelens: ik draai door en de wereld staat stil, of ik sta stil en de wereld draait door. Besef van tijd heb ik amper meer, ik wil alleen rust. Ik wil dat deze inktzwarte film ophoudt en wel nu. Ik zeg tegen Siebe dat ik naar bed ga en loop naar boven. In de badkamer pak ik mijn doosjes met medicijnen, druk een handvol uit de strips en neem ze tegelijk in. Daarna ga ik in bed liggen en wacht op wat komen gaat. Er komt geen rust, de grote verlossing blijft uit. Er is alleen maar blinde paniek. Ik schreeuw naar beneden dat Siebe onmiddellijk moet komen. “Ik heb pillen genomen, ze moeten mijn maag leegpompen, ze moeten mijn maag leegpompen”, roep ik. Een vakkundig medisch team onderzoekt me en daarna ga ik in de ambulance naar de Spoed Eisende Hulp. Mijn maag hoeft niet leeggepompt te worden en de grote hoeveelheid pillen heeft geen schade in mijn lichaam aangericht. Ik heb geen gevoel bij deze mededeling van de internist. Het zal wel. Ik zit nog steeds in mijn ergste nachtmerrie en wie kan mij daar uit helpen? Mijn geliefden kijken machteloos toe en vragen mij: ‘’Waarom Amanda, waarom?’’ Ik kan het ze niet uitleggen. Er is niemand die mij begrijpt. Na mijn suïcidepoging volgt er opnieuw een opname van een paar weken in de kliniek. Inmiddels ben ik aan mijn vijfde antidepressiva begonnen en probeert de psychiater mij door hypnose te kalmeren. Deze therapie lijkt aan te slaan en dus mag ik weer naar huis.
Twee voor twaalf
De herfst heeft al een tijdje zijn intrede gedaan en de vallende blaadjes dragen bepaald niet bij aan mijn herstel. Ik glijd steeds meer weg uit het leven. Voel hoe het als water of zand door mijn vingers glipt. Normale zaken, zoals een gesprek met iemand voeren, ik weet niet meer hoe dat moet. Ik strompel fysiek nog steeds door, maar mijn geest is allang in een schemerwereld. Ik raak in een psychose en dat is ronduit de hel. Ik hoor verborgen boodschappen op de radio, zoals in het nummer ‘I put a spell on you’ van Creedence Clearwater Revival. Ook zie ik marsmannetjes met grote, scheve ogen. E.T. is er niets bij. Als ik op een ochtend niet meer mijn bed uit kan komen en apathisch in de kussens hang, neemt Siebe ten einde raad opnieuw contact op met de huisarts. Ik heb geluk, ik kan dezelfde dag nog worden opgenomen, dit keer op een gesloten afdeling. Nu is het echt menens, het is twee voor twaalf. Siebe neemt in mijn kamer emotioneel afscheid van mij, daarna hoor ik hoe hij op de gang nog even met de verpleegkundigen praat. Dan zegt hij ze gedag en sterven zijn voetstappen langzaam weg op het linoleum. Ik kan alleen maar denken: ‘Dit was de laatste keer dat ik je zag, lieverd. Bedankt voor alles wat je me gegeven hebt.’ Ik vlieg tegen de steriele muren op en val uiteen in 1000 stukjes.
Veel twijfels
Na weer een rusteloze, angstige nacht vol hallucinaties wordt er de volgende dag een plan de campagne opgemaakt. Ik krijg opnieuw andere medicatie, waaronder antipsychotica en de behandelend psychiater stelt elektroshocks (ECT, Electro Convulsie Therapie, zie kader) voor in het ziekenhuis. “Dit is echt het laatste redmiddel, we weten het niet meer met jou. ECT geeft goede resultaten, maar het is een zwaar traject waar je voor tekenen moet.” Ik overleg met Siebe en zet uiteindelijk – na heel veel twijfels – mijn handtekening onder tien behandelingen in vijf weken. We spreken af dat mijn zus de maandagen met mij meegaat en dat Siebe de vrijdagen voor zijn rekening neemt. De eerste behandeling is op een maandag en ik ben doodsbang. Ik hyperventileer en de broeder die mij begeleidt naar mijn kamer voor de dagopname vraagt waar ik zo bang voor ben. “Ik ben bang dat ik alle shocks ga voelen. Jullie zeggen wel dat ik onder volledige narcose ga, maar ik geloof het niet.” “Je hebt teveel naar de film ‘One flew over the cuckoo’s nest gekeken”, zegt hij. “Je voelt er niets van, dat zweer ik.”
Angstaanjagend
Ter voorbereiding op de ‘operatie’ word er een infuusnaald bij me aangebracht. Ik heb schijnbaar moeilijke aderen om in te prikken, want het moet wel een keer of vijf over. Hierdoor raak ik nog meer in de stress, totdat een doortastende verpleegkundige een blauw naaldje pakt. ‘’Onthoud maar goed voor de volgende keer, je moet dit blauwe naaldje hebben”, zegt ze geruststellend. Dan word ik opgehaald voor de OK. Mijn zus mag nog mee tot aan de deur. Ze zwaait naar me, daarna verdwijnt ze uit mijn zicht. Ik kijk rechtstreeks in een groot, fel licht. Ook zie ik boven mij vijf paar starende ogen, de rest van de gezichten zijn verscholen achter mondkapjes. Angstaanjagend. Zie je wel, daar heb je ze weer, de aliens. Ze gaan me ontvoeren in hun ruimteschip. Ik steiger in het operatiebed en schreeuw dat ik weg wil. Het medisch team heeft houden en keren met me. Dan pakt een verpleegkundige liefdevol mijn hand en zegt: ‘’Knijp mij maar totdat je helemaal onder narcose bent.” Binnen vijf tellen ben ik weg.
Gevulde koek
Ik kom bij op de verkoever en daarna mag ik naar de dagopname kamer. Mijn hoofd voelt duizelig en door elkaar geschud. Ik ben opgelucht dat het goed is gegaan, maar zie nu alweer op tegen vrijdag. Dan ga ik de stroomstoten vast en zeker wel voelen, dat moet zo zijn. Ze kunnen me meer vertellen. Mijn zus zit bezorgd naast mijn bed en vraagt of ik wat eten wil, een broodje kaas of zo? ‘’Een grote gevulde koek”, zeg ik. “Daar heb ik zo’n zin in.” Na een keer of drie beginnen de shocks hun werk te doen, al zie ik dat zelf nog niet. Ik wil er juist mee stoppen, ook dit gaat mij niet helpen. Maar na een smeekbede van mijn geliefden om toch door te zetten – ze houden heel veel van me en willen mij niet kwijt – raap ik mezelf bij elkaar en ga ik gedwee mee naar het ziekenhuis. Inmiddels ken ik de psychiater en zijn verpleegkundigen en wordt het iedere keer een stukje veiliger voor me. Het blauwe naaldje en de gevulde koek zijn eveneens trouwe metgezellen geworden. Elke keer kom ik ook een jonge man met zijn moeder tegen. Ook bij hem zie ik de angst in de ogen als hij voor de shocks liggend in bed naar de OK gereden wordt. “Jullie zijn kanjers”, zegt de moeder ontroerd tegen haar zoon en mij. Wat een engel. Ze bestaan nog.
Goede zorgen
Na de tiende keer ECT staat de psychiater aan mijn bed en zegt: ‘’Je was ver, ver heen Amanda. Maar kijk eens hoe het nu met je gaat. Wat denk je, is het aantal behandelingen genoeg? Kunnen we stoppen?’’ Ik knik opgetogen en bedank hem voor alle goede zorgen. We spreken af dat ik de kliniek mag verlaten, maar dat ik thuis nog wel elke week bezoek krijg van een psychiatrisch verpleegkundige. Dit is een fijn gevoel voor mij. Nog even steun van een professional. Onder haar leiding pak ik de draad langzaam weer op, vier voorzichtig Kerst en ga een gloednieuw jaar in. In februari heb ik weer mijn eerste interview. De stemmen gonzen door mijn hoofd, ik ben nog gauw afgeleid, maar ook zó blij dat ik weer werk. En het gaat steeds beter en beter. Ik slaap prima en dat is een ongelofelijke zegen. Voor mijn overgangsklachten slik ik inmiddels - op aanraden van de gynaecoloog - hormoonsuppletie en ook dat heeft een positieve invloed op mij. Mijn korte termijngeheugen dat eerst was aangetast door de ECT, komt weer terug en ik word met de dag sterker. In de zomer van 2019 ben ik krachtig genoeg om samen met Siebe onze woning in het dorp in de verkoop te zetten en een nieuw huis in de stad te laten bouwen. Het is een mooi en spannend proces om er een sfeervol thuis van te maken en samen aan een nieuwe toekomst te werken.
Support vragen
Inmiddels wonen we er bijna één jaar met groot plezier, ben ik alweer drie jaar lekker aan het werk en heb ik de horror van 2018 achter me gelaten. Mijn gevoelens, die toch wat afgevlakt waren door de medicatie en de ECT, komen steeds puurder terug. Ik lach en huil weer voluit. ’s Nachts droom ik de mooiste dromen en overdag geniet ik - samen met de nieuw opgedane contacten op de buurt en in de stad – van koffiedrinken en fijne gesprekken. Samen met Siebe dans ik door de dagen. We gaan weer samen uit en maken lange wandelingen in onze nieuwe woonomgeving. Ik ben energiek, gelukkig én dankbaar dat het leven mij weer liefheeft, of nog beter: ik heb het leven weer lief. Tijdens een eerdere crisis leerde mijn toenmalige psychotherapeut mij een wijze les: ‘’Durf support te vragen, Amanda.” En hij had gelijk. Heb je psychische problemen? Trek vroegtijdig aan de bel. Zie je geen uitweg meer? Vraag, roep of schreeuw om hulp. Schaam je niet. Je wordt gehoord, je wordt gezien. Supporters zijn dichterbij dan je denkt.
Wat zijn en doen elektroshocks?
Elektroshocktherapie is eigenlijk een kortdurende behandeling. Tijdens de behandeling worden de hersenen 2 tot 4 seconden onder stroom gezet. Daarbij is de patiënt in tegenstelling tot vroeger onder narcose. Daarna moet de persoon in kwestie weer bijkomen op de verkoever. Vaak zijn meerdere behandelingen nodig om het gewenste resultaat te behalen. Elektroshocks of Elektro Convulsie Therapie veroorzaakt een epileptische aanval. Waarom juist deze behandeling er uiteindelijk voor zorgt dat depressieve gevoelens verdwijnen, is overigens nooit achterhaald. Wel staat vast dat de behandeling waarbij stroom door de hersenen wordt gejaagd, helpt. Elektroshockbehandelingen worden al enkele tientallen jaren gegeven. In de jaren ’70 zorgde dat echter voor heel veel weerstand vanuit de maatschappij. Sinds een jaar of tien is de behandeling echter weer helemaal terug en volledig geaccepteerd in de psychiatrie. Zeker omdat er zulke goede resultaten mee worden geboekt. Sommige patiënten die met alle andere behandelmethoden maar niet beter werden, knappen zienderogen op door enkele elektroshocks. Sommige psychiaters zeggen zelf, dat mochten zij getroffen worden door een depressie, ze eerder voor elektroshocks zouden kiezen dan voor medicatie. Mensen die een behandeling hebben ondergaan hebben aangegeven dat daardoor hun klachten met 60 tot 80 procent zijn verminderd.
Tekst: Amanda de Vries
Fotografie: Jelly Mellema