Al twaalf jaar vakman bij De Vries Scheepsbouw Makkum

Algemeen
Afbeelding

Ze zijn niet alleen geboren, maar ook getogen in Hindeloopen. “We hebben een prachtige en hele vrije jeugd gehad in Hindeloopen. Toen we wat ouder waren, gaven we de voorkeur aan het natuurleven boven het stappen met onze leeftijdsgenoten. Voor dag en dauw in onze visboten op weg naar een mooie visstek op het Tjeukemeer of de Fluessen. Of de ‘greiden’ in, we hebben beiden onze jachtakte gehaald en worden in de ‘ganzenperiode’ regelmatig door boeren gevraagd om hun weilanden te bevrijden van de ganzenoverlast. De vogels veroorzaken behoorlijk wat schade en eten al het groen op. Bovendien schijten ze de weilanden onder, waardoor andere dieren er niet meer kunnen grazen.”

Neem twee geboren Hylpers, een tweeling bovendien, zet ze neer bij De Vries Scheepsbouw Makkum, de eredivisie van de custom jachtbouw waar vakmanschap het credo is, en je hebt de ingrediënten voor een prachtig verhaal. Hendrik en Roelof Valk, twee minuten na elkaar geboren in Hindeloopen, zijn beiden 29 jaar en werken al twaalf jaar op de aluminium afdeling van De Vries Scheepsbouw Makkum, een van de zes bedrijven van de Koninklijke De Vries Groep. 

In het metaal Ze hebben in Bolsward de vmbo-metaalopleiding gedaan (lassen, boren, slijpen en frezen) – vroeger zou dat de lts genoemd worden - en hebben voor hun eindwerkstuk met zijn tweeën een zesenhalve meter sloep gebouwd. ‘From scratch’, dus een snijpakket besteld bij akenbouwer Blom in Hindeloopen, dit in elkaar gelast, motor geïnstalleerd, lagers zelf gedraaid, geschilderd en betimmering gedaan. Anderen maakten werkstukken voor hun eindopdracht, zij bouwden met toestemming van de school in een hoekje van de loods van sloopbedrijf Siemensma in Workum hun eigen boot af.

“Daarna hebben we nog twee jaar werken-leren gedaan op het mbo-maritiem van Friese Poort in Leeuwarden”, vervolgt Hendrik het levensverhaal van de ‘Valk tweeling’. “Dat was een samenwerkingsproject tussen De Vries Scheepsbouw Makkum en Friese Poort. Dat was eigenlijk de voorloper van de eigen bedrijfsschool, die De Vries in 2011 samen met ROC Friese Poort heeft opgestart om in de toenemende behoefte aan vakmensen te voorzien. Voor ons betekende dat vier weken praktijk in Makkum, waar we opdrachten deden onder het toeziend oog van leermeester Simon Jacobs en daarna weer vier weken naar school in Leeuwarden. Dat hebben we ervaren als een hele leuke afwisselende en leerzame tijd. Wij hebben meteen een voorkeur aangegeven voor het werken met aluminium en zijn daar na afloop van die twee jaar werken-leren ook in terecht gekomen.”

‘Voor het eggie’ Lassen van aluminium is moeilijk omdat je, veel meer dan bij staal en roestvrijstaal, rekening moet houden met randfactoren zoals de vochtigheidsgraad en tocht. Dat laatste is funest voor het laswerk omdat aluminium een natuurlijk materiaal is met een minder hoge dichtheid en stijfheid dan een legering als RVS en dus veel meer last heeft van krimp. Het vergt behoorlijk wat vakmanschap om aluminium te lassen.

Roelof: “Wij mochten al vrij snel ‘voor het eggie’ werkstukken doen bij De Vries Scheepsbouw, omdat onze leermeester wel zag dat wij ‘het kunstje’ aardig in de vingers hadden. Bovendien hadden we in Bolsward en tijdens het werken-leren traject in Leeuwarden en Makkum al de nodige lasdiploma’s en certificaten gehaald. Aan het eind van dat traject zijn we nog beste leerlingen van Noord-Nederland geworden, Hendrik met een tien op zijn werkstuk en ik met een negen punt acht.”

Aan wat voor werkstukken werken jullie? “Eigenlijk alle onderdelen die van aluminium worden gemaakt. Dat kan een mast zijn, of onderdelen daarvan, maar ook een opbouw van een schip. Vergeet niet dat De Vries Scheepsbouw onder Lloyds certificering werkt en dat betekent dat er op gezette tijden uitgebreide steekproeven worden genomen van alle werkzaamheden, waaronder ook de lassen. Daar worden dan röntgenfoto’s van gemaakt en die moeten binnen de foutmarges vallen. Is dat niet het geval, dan moet het overnieuw en kan het zo zijn dat de foute las plus dertig centimeter uit de plaat moet worden gesneden en alles overnieuw moet. Afgezien van het geld dat dat kost, wil je dat zelf ook niet meemaken als vakman.”

Hoe zit dat met trots en beroepseer? “Je werkt bij een bedrijf dat in de eredivisie speelt van de custom jachtbouw”, antwoordt Hendrik op deze vraag. “Als er dan zo’n miljoenenjacht, bestaande uit vele duizenden onderdelen, helemaal klaar is en in de haven ligt te pronken, dan zijn alle medewerkers, zelfs de doorgaans nuchtere Friezen, zo trots als een aap met zeven staarten. Wij hebben het dus prima naar ons zin. Het is prachtig werk, we maken iets waar we met recht trots op kunnen zijn, hebben een leuk team en werken bovendien mooi dicht bij huis, Ik zie geen enkele reden om uit te kijken naar een andere baas.”

‘De mannen’ hebben net buiten een Hindeloopen samen een woonboerderij gekocht en die in tweeën verdeeld. Omringd door jachtgebied, dat ze van vader Valk hebben overgenomen. “We hebben allebei ongeveer anderhalf jaar verkering”, vertelt Roelof, “En we zien wel hoe het in de toekomst loopt; wie er in de boerderij blijft en wie wat anders gaat zoeken. Het heeft geen zin om te speculeren over dat soort zaken. We zien het wel; ‘Pikerje net, it komt dochs oars’.”

Wat betekent vakmanschap voor jullie? “Dat betekent voor ons dat je een werkstuk klaar voor de schilder en uiteraard op tijd aflevert. Afwerking, afwerking, afwerking, daar draait het bij ons om. Het is een uitdaging om niet alleen een goede, maar ook een hele mooie las te maken, met van die mooie ringetjes, regelmatig naast elkaar, zonder onderbrekingen. Aan het eind van het liedje zie je weliswaar niets meer van de las omdat er plamuur en soms isolatiemateriaal overheen komt, maar toch; het vakmanschap moet er vanaf spatten.

Tot slot: Hoe zou je je broer karakteriseren? Roelof: “Hendrik is de ‘denker’. Hij overweegt verschillende opties, praat er met de voorman over, kijkt hoe hij dingen het beste kan aanpakken. Hij is de slimmerik van ons tweeën.”

Hendrik: “Dat valt wel wat mee hoor. Maar ja, ik ben wel twee minuten ouder en dus ook twee minuten wijzer. Roelof is wat losser, ook in het dagelijks leven. Zijn handen maken wat zijn ogen zien. Opdracht? Prima, aan de slag.”

Afbeelding