Omgevingsverordening Fryslân aangepast na inspraak

Politiek
Afbeelding

LEEUWARDEN- De provincie past de Omgevingsverordening Fryslân na inspraak aan. Bijvoorbeeld op de thema’s wonen, recreatie en zorgplicht weidevogels. De Omgevingswet verplicht de provincie om alle regels voor de fysieke leefomgeving in één verordening op te nemen. 

Deze wet treedt zoals het nu staat op 1 juli 2022 in werking en de verordening daarom ook. De fysieke leefomgeving staat voor datgene wat je ziet, voelt, hoort en ruikt. Dat zijn bijvoorbeeld gebouwen, wegen, parken, natuur, een schone lucht, sloten, rivieren, bossen, enzovoort.

Reacties

Het ontwerp van de Omgevingsverordening lag ter inzage van 1 maart tot en met 12 april 2021. Er zijn 130 reacties binnengekomen, met in totaal bijna 600 aandachtspunten. “Friezen zijn betrokken op hun leefomgeving, dat is maar weer eens bewezen. Dat waarderen we zeer. We hebben daar ook zoveel mogelijk gehoor aan willen geven”, zegt gedeputeerde Avine Fokkens-Kelder. Ruim 100 reacties gingen in op de zorgplicht voor weidevogels. Eind 2021 legden de verschillende betrokken partijen afspraken vast hoe invulling te geven aan die zorgplicht. De uitwerking van de zorgplicht staat nu niet meer in de verordening. De algemene zorgplicht van het Rijk blijft gewoon gelden.

Aanpassingen

Hieronder volgen twee andere voorbeelden van onderwerpen waarvoor de tekst is aangepast. 

Er komen meer mogelijkheden voor kleinschalige recreatie. Onder voorwaarden mogen kampeerterreinen uitbreiden van 25 naar 35 plaatsen. Ook is het mogelijk om het hele jaar te kamperen en komt er meer luxe voor trekkershutten.  

Gemeenten krijgen meer regie en verantwoordelijkheid op het thema wonen. De provincie hoeft namelijk niet meer los in te stemmen met een woonplan en woningbouwprogramma. Het wegnemen van deze extra stap gaat woningbouw-plannen versnellen. Gemeenten moeten wel aantonen dat de projecten binnen de regionale woningbouwafspraken passen.

De regels voor wind- en zonne-energie blijven in de Omgevingsverordening zoals ze waren. De zonneladder blijft dus bestaan: een instrument om af te wegen waar plaats is voor zonnepanelen en welke locaties de voorkeur hebben. Ook geeft de Omgevingsverordening aan wat de maximale grootte is van zonneparken bij verschillende steden en dorpen, zodat initiatiefnemers precies weten waar ze aan toe zijn als ze plannen hebben.

Wat verandert er voor:

Ondernemers

Gemeenten mogen nieuwe bedrijven- of kantorenterreinen toestaan, wanneer deze passen binnen de afspraken bedrijventerreinen en afspraken kantorenterreinen. Gemeenten hebben hierdoor meer ruimte om onderling afspraken te maken over de verdeling van bedrijven- en kantorenterreinen.

Recreanten

Voor liefhebbers van kamperen in de wintermaanden op kleinschalige kampeerterreinen gaat een deur open. Tot nog toe was het niet toegestaan dat er in de winterperiode een tent, vouwwagen of caravan op zo’n kleine camping staat, maar dat mag straks wel. Voorwaarde is dat een kampeermiddel er alleen mag staan als er ook daadwerkelijk gekampeerd wordt.

Woningbouw

Gemeenten krijgen meer regie en verantwoordelijkheid op het thema wonen. De provincie hoeft namelijk niet meer los in te stemmen met een woonplan en woningbouwprogramma. Het wegnemen van deze extra stap gaat woningbouwplannen versnellen. Gemeenten moeten wel aantonen dat de projecten binnen de regionale woningbouwafspraken passen.

Waterveiligheid

In deze tijden dat klimaatverandering steeds hoger op de internationale agenda staat, is ook de provincie extra alert op de waterkeringen. Voor regionale waterkeringen, zoals polderdijken, zijn veiligheidsnormen opgenomen. Deze moeten de kans op overstromingen zo klein mogelijk maken. Wanneer een kering niet aan de eisen voldoet, zal het Wetterskip een programma maken waaruit blijkt hoe de kering wel weer voldoet. Dit gebeurt op basis van provinciale uitgangspunten.

Energie initiatieven

De energietransitie in Fryslân bestaat voor een belangrijk deel uit initiatieven vanuit de samenleving. Inwoners verenigen zich in energiecoöperaties om nieuwe plannen voor duurzame energie-opwek te realiseren. In de omgevingsverordening kunnen zij zien wat waar kan op het gebied van mestvergisting, zonne-energie en windmolens. Zo zijn kleine molens van maximaal 15 meter toegestaan bij boerderijen en mag een dorpsmolen maximaal 100 meter hoog zijn. Zonnepanelen komen bij voorkeur op daken. Als dat niet lukt, dan komen gronden in stedelijk gebied als eerste in beeld en als laatste pas landbouwgrond of natuurgebied.